-
1 modest
adj. bescheiden; beleefd; gematigd; beperkt[ moddist]2 niet groot/opzichtig3 redelijk♦voorbeelden: -
2 a modest violet
-
3 violet
n. violet, paarsviolet1[ vajjəlit] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 viooltje2 verlegen/bescheiden/stil persoon♦voorbeelden:————————violet2 -
4 simple
simple [sẽpl]♦voorbeelden:la simple pensée • alleen al de gedachte〈 sport en spel〉 un simple • enkel(spel), single1. m1) enkelspel2) achterlijke [persoon]2. adj1) eenvoudig, gemakkelijk2) natuurlijk, gewoon3) bescheiden4) enkel5) naïef6) dom7) enkelvoudig -
5 conservative
adj. conservatief; behoudend--------n. conservatief; behoudendconservative1[ kənsə:vətiv] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————conservative21 conservatief ⇒ behoudend, traditioneel (ingesteld); 〈 politiek〉 de Conservatieve Partij aanhangend/betreffend2 voorzichtig ⇒ (ge)matig(d), bescheiden♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
Recht (Subst.) — 1. Alles, was das Recht erlaubt, thut man mit Recht. – Graf, 285, 6. Mhd..: Allez daz das reht irloubt, daz tut man wol mit rehte. (Daniels, 334, 43.) 2. Alt Recht und frischer Braten ist wohl zu rathen. Böhm.: Stará práva, čerstvá potrava –… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon